Nederland is een multiculturele samenleving. Er komen hier veel verschillende culturen en achtergronden bijeen en met zijn allen representeren wij Nederland. Toch is het opvallend dat de focus vooral ligt op witte Nederlanders wanneer het gaat over mensen met een beperking. Zouden mensen met een beperking en een andere etnische achtergrond niet ook moeten worden belicht? DisPLACE is een afspiegeling van de samenleving en daarom is het belangrijk dat mensen met verschillende achtergronden en afkomsten worden uitgelicht. Omdat er te weinig aandacht is voor allochtonen met een beperking, wordt hier de focus gelegd op Marokkanen en Turken met een beperking. Onder de verschillende groepen allochtonen zijn vaak culturele verschillen en als die allemaal samen worden uitgelicht, vindt er al snel generalisatie plaats. De Marokkaanse en Turkse cultuur lijkt echter veel op elkaar doordat ze hetzelfde geloof hebben. Daarom kunnen Marokkanen en Turken wel samen worden belicht.
Verschillende visies
In Nederland zijn de meeste mensen goed geïnformeerd wanneer het gaat over beperkingen. Wanneer een kindje met bijvoorbeeld het syndroom van Down wordt geboren, weten Nederlandse ouders vaak al wat dit syndroom inhoudt en dat het een genetische afwijking is. In islamitische gezinnen is dit niet altijd het geval. Omar Abarkan, medewerker in de zorg, zegt hierover dat veel islamitische gezinnen soms niet begrijpen wat een beperking inhoudt. Het komt vandaag de dag nog steeds voor dat moslims het krijgen van een kindje met een verstandelijke beperking zien als een beproeving van Allah. Allah wil hun testen, of mensen denken dat ze iets verkeerd hebben gedaan en daar op deze manier voor worden gestraft. In sommige gevallen wordt er zelfs gedacht dat iemand met een verstandelijke beperking bezeten is door een kwade geest of dat er sprake is van zwarte magie. Het komt voor dat ouders hun verstandelijk beperkte kind meenemen naar een imam. Deze leest verscheidene verzen uit de Koran op met het doel om de onzichtbare, kwade wezens, djinns, uit te drijven.
Acceptatie is vaak nog moeilijk. In de islamitische cultuur begrijpt niet iedereen een beperking, en het wordt vaak gezocht in de hoek van het boze oog en beproevingen van Allah - Omar, medewerker bij zorginstelling Unal Zorg
Niet alleen de visie op (verstandelijke) beperkingen is een verschil tussen de Nederlandse en islamitische cultuur. Ook is er vaak nog de kwestie van het taboe. Bij een taboe worden sommige zaken als ongepast beschouwd, iets waar men liever niet over spreekt. Volgens Omar is acceptatie van de beperking in deze gezinnen vaak nog moeilijk, omdat beperkingen vroeger nooit besproken werden. Toch komt er volgens hem al steeds meer een omslag op dat gebied. Binnen de islam krijgen mensen met een beperking vaak medelijden van anderen, terwijl in de Nederlandse cultuur iemand met een beperking juist geen medelijden wilt. Ook wordt diegene zo zelfstandig mogelijk opgevoed, zodat hij niet afhankelijk is van anderen. In de islamitische cultuur ziet men dit anders: voor mensen met een beperking moet je respect hebben, en die moet je zoveel mogelijk helpen zodat ze niet alles alleen op hoeven te lossen. Dit is ook waarom islamitische gezinnen vaak meer moeite hebben met het uit huis plaatsen van iemand. Het is regel dat je zelf voor familie zorgt, ongeacht hoe zwaar de beperking van iemand is. Daarnaast is er soms sprake van een taalbarrière binnen een Marokkaans of Turks gezin. Ouders van cliënten of cliënten zelf beheersen de Nederlandse taal soms niet voldoende, waardoor ze vaak niet begrijpen op wat voor zorg ze recht hebben. Ook komt het voor dat ze niet weten hoe ze bepaalde zorg moeten aanvragen of waar ze terecht kunnen, omdat ze gewend zijn aan een andere norm: in het land van herkomst zijn er vaak geen zorginstellingen voor mensen met een beperking, waardoor ouders niet altijd op de hoogte zijn van het aanbod in Nederland.
Multiculturele zorg
Het is duidelijk dat er verschillen kunnen zijn tussen Nederlandse gezinnen en traditioneel islamitische gezinnen in hun omgang met beperkingen. Toch lijkt er een oplossing te zijn voor niet-Nederlandse gezinnen die wel hulp willen maar niet zo goed weten hoe ze dat moeten aanpakken. Een goede uitkomst is de instelling Unal Zorg. Unal Zorg is een kleine particuliere zorginstelling in Amsterdam-West en Zaandam die professionele begeleiding biedt aan kinderen, jongeren en volwassen met multiproblematiek. Niet alleen veel van de cliënten, maar ook een groot deel van de medewerkers hebben een migratieachtergrond. Volgens eerdergenoemde Omar, medewerker van Unal Zorg, is het ook nodig om medewerkers in dienst te hebben met een andere etnische achtergrond. Deze medewerkers begrijpen de cultuur en gebruiken van hun cliënten goed en spreken daarnaast vaak ook Marokkaans of Turks waardoor ze de familie van de cliënt in kunnen lichten in hun moedertaal. Een medewerkster van Unal Zorg noemt als voorbeeld dat een cliënt liever niet een mannelijke begeleider over de vloer heeft, omdat ze zich daar niet prettig bij voelt. Unal Zorg snapt deze wens gezien vanuit de achtergrond, en stuurt dan een vrouwelijke begeleider.
Unal Zorg is destijds opgericht door Aysel Disbudak, een vrouw van Turkse komaf met een verstandelijk gehandicapt broertje. Zij zag hoe moeilijk haar broertje het vroeger had en dat hij ‘anders’ was dan de rest. Instellingen konden niet met hem omgaan, omdat hij vaak agressief was, en keer op keer werd hij teruggestuurd naar huis. Na jaren zoeken vond de jongen een plek en Unal Zorg werd uiteindelijk het resultaat van deze zoektocht naar zorg. Veel van de cliënten bij Unal Zorg ondervonden niet alleen moeilijkheden met de traditionele hulpverlening door taalbarrières en verschillen in cultuur, maar ook doordat deze instellingen zich vaak geen raad met de kinderen wisten.
Zover ik weet staan we open voor alle soorten cliënten. Het maakt niet uit waar ze vandaan komen, maar we hebben vooral cliënten met een niet-westerse achtergrond - Omar over Unal Zorg
Unal Zorg is een kleine zorginstelling en heeft momenteel rond de 250 cliënten volgens Omar. Deze komen hier voor de dagbesteding, maar wonen verder gewoon thuis. De groepen op de dagbesteding zijn niet heel groot: er zitten hooguit tien mensen, en op maandagen is het nog rustiger. Tijdens de dagbesteding hebben de cliënten eerst een kringgesprek, waarbij ze elkaar kunnen vertellen wat ze hebben gedaan. Erna gaan ze aan de slag met hun leerdoelen en vaardigheden. Die leerdoelen worden gemaakt in overleg met de ouders of verzorgers. De meeste cliënten komen alle vier de dagen naar de dagbesteding. Zo ook één van de 29-jarige cliënten, van Marokkaanse afkomst. Ze mag vaak de koffie en thee rondbrengen en kan het goed vinden met haar begeleider, Omar. Ook gaat ze veel om met een Pakistaans meisje op de dagbesteding. Ze vertelt dat ze het leuk vindt bij Unal Zorg en dat ze op sommige middagen gaat sporten bij Only Friends, een sportclub voor jongeren met een beperking. Hier is ze meestal op de loopband of in het zwembad te vinden.
Positieve verandering
Volgens Aysel Disbudak moet het taboe op verstandelijk beperkte kinderen worden doorbroken om zo het probleem aan te kunnen pakken. Een van de medewerkers die op de locatie in Zaandam werkt, denkt wel dat het taboe iets minder is geworden in de loop van de tijd. Volgens haar vinden mensen het vaak nog wel moeilijk om te accepteren dat hun kind een verstandelijke beperking heeft. Hierover zegt ze: “per cliënt verschilt het, maar als iemand het downsyndroom heeft, dan zie dat gewoon aan het uiterlijk dus dan kunnen ouders zich daar ook niet achter verschuilen of het niet doorvertellen. Maar als een kind een licht verstandelijke beperking heeft dan zie je wel dat de ouders het daar niet over hebben met familie of met anderen.” Bij zo een (licht) verstandelijke beperking komt het soms voor dat de ouders hun kind koppelen aan een bruid of bruidegom uit het land van herkomst. Die weet vaak van tevoren niet wat de situatie is en draait uiteindelijk op voor alle zorg. In sommige gevallen is deze bruid of bruidegom een nicht of neef, en wanneer zij dan samen kinderen krijgen, is de kans op een kindje met een beperking ook weer groter. Ook wanneer er geen sprake is van inteelt, kan het gebeuren dat een (licht) verstandelijk beperkte man toch een kind bij zijn vrouw verwekt. Ook hierbij is de kans op het doorgeven van de verstandelijke beperking groter. Vaak heerst de mentaliteit dat wanneer een man toch kinderen kan verwekken, het wel goed zit met hem en dat er dus geen sprake is van een beperking.
Ondanks dat er vandaag de dag nog steeds relatief veel verschillen zijn tussen traditioneel islamitische gezinnen en Nederlandse gezinnen wanneer het gaat over leven met een beperking, lijkt dit al te veranderen. Mensen met een islamitische achtergrond proberen zelf ook het taboe te doorbreken, en lijken steeds meer een beperking te accepteren. Toch is het belangrijk dat een instelling als Unal Zorg blijft bestaan en mensen verder kan helpen. Uiteindelijk zou het mooi zijn als er vooral overeenkomsten zijn in plaats van verschillen, ongeacht de cultuur en afkomst van mensen.
Met dank aan:
Omar Abarkan
Oghuzan Ozdemir
Een medewerkster en cliënte die wensen anoniem te blijven
Geschreven door:
Myriam Berrich en Maurilla Wessels