Gebeurtenis Wonen

Van gunst naar recht

Een geschiedenis van de AWBZ

Er is bijna geen enkele wet in de Nederlandse geschiedenis die de gemoederen zo bezig heeft gehouden als de Algemene Wet Bijzondere Zorgkosten (AWBZ). Vanaf de invoering op 1 januari 1968 tot de opheffing op 1 januari 2015 heeft de wet enorme invloed gehad op de zorg en het dagelijkse leven van mensen met een beperking. Zoals de protesten hierboven aangeven, kende elke verandering van de wet felle reacties. Wat is het verhaal van de AWBZ en haar invloed op het leven van mensen die ermee te maken hadden?

Een roerige geschiedenis? Protest tegen bezuinigen op de AWBZ op het Binnenhof 8 februari 1983. Foto: Marcel Antonisse, Nationaal Archief, Anefo, CC0

 

Hou ik m’n bek, dan ben’k gek Niks opzak ’t meest gepakt.  

Vóór de AWBZ

Voor de wet haar intrede deed waren mensen met een beperking vaak afhankelijk van hun familie. Veel kinderen/meisjes werden door hun ouders thuis gehouden, waar ze in het huishouden moesten helpen.

Conny, ervaringsdeskundige op het gebied van de AWBZ. Foto: Nico Brons

Zo ook Conny Kooijman, die zichzelf weleens heeft vergeleken met Assepoester. Nadat ze op haar 14de van school was gegaan moest zij thuis in de huishouding werken. Aangezien Conny een licht verstandelijke beperking heeft werd er gedacht dat ze te dom was om verder te leren en niet buiten de deur kon gaan werken. Het was goedkoper om Conny thuis te houden dan haar buiten de deur te laten werken. De ouders van Conny kregen namelijk nog lange tijd veel kinderbijslag. Daarom deed zij het huishouden: stofzuigen, afwassen, wassen, boodschappen doen, de 11 bedden opmaken en slaapkamers schoonhouden, boerderij schoonhouden en nog veel meer. Want haar handen waren goed.

Wanneer een familie niet voor een kind met een beperking kon zorgen, ging het kind meestal naar de zwakzinnigeninstelling met nonnen, zoals Conny het zelf noemt. In dit soort gevallen woonden de kinderen in paviljoens op het terrein. Deze instellingen werden gerund vanuit giften uit de gemeenschap, de kerk, de kinderbijslag die zij voor hun cliënten ontvingen en waren verder vaak zelfvoorzienend. De cliënten verbouwden bijvoorbeeld een deel van hun eten zelf in moestuinen tot de invoering van de AWBZ. De vriendin van Conny, Wil Hooijmans, woonde vanaf haar 7de tot 32ste jaar in Huize Sint Ursula in Nieuwveen van zusters Ursulinnen van Bergen. Ook Wil moest daar meehelpen in het huishouden. Daarnaast zorgde zij voor de jongere cliënten. Het waren lange werkdagen. Eerst heel vroeg naar de kapel. Daarna kinderen helpen wassen en aankleden en eten geven. Daarna zelf eten.

De andere kant van de AWBZ, protesten tegen het verhogen van de eigenbijdragen op het Binnenhof 1982. Foto: Harry pot, Nationaal Archief, Aneffo, CC0

De AWBZ doet zijn intrede

Verhalen als die van Conny en Wil waren de reden dat minister Veldkamp in 1966 de AWBZ bedacht. Dankzij deze wet zouden langdurig zieken of mensen met een beperking niet meer afhankelijk zijn van gunsten van de kerk, gemeente of hun naasten. Hierdoor veranderde deze gunst in een recht, omdat de financiering gegarandeerd was. Dit gaf mensen met een beperking meer zekerheid. Zo ook Conny. Op haar 25ste in 1978 ging ze met een burn-out het huis uit. Gelukkig kreeg ze met spoed een bed  in Huize Sint Ursula in Nieuwveen. In eerste instantie zou dit een paar weken zijn om bij te komen. Uiteindelijk is het 3 maanden geworden. Dit verblijf werd betaald vanuit de AWBZ. Conny hoefde niets te betalen, omdat het een tijdelijk verblijf was. Zonder deze wet had Conny het zelf moeten betalen en was het allemaal een stuk moeilijker geweest. De AWBZ zorgde dus voor een vooruitgang in de positie van mensen met een beperking. 

De andere kant van de AWBZ, protesten tegen het verhogen van de eigenbijdragen op het Binnenhof,1982. Foto: Rob C. Croes, Nationaal Archief, Anefo, CC0

Kritiek, verandering en onduidelijkheid

Ondanks de positieve veranderingen die de AWBZ bracht, kwam er al snel kritiek. Steeds meer zorg moest door de wet gedekt worden waardoor de kosten enorm toenamen. Ook door de toenemende vergrijzing kwamen er steeds meer mensen met een beperking bij. Dit leidde tot het verhogen van de eigen bijdragen en tot bezuinigingen vanuit de regering. Langzaam werd duidelijk dat de wet in zijn huidige vorm niet houdbaar was en dat er veranderingen moesten komen. Jarenlang stonden de kranten dan ook vol met koppen als: “Wiget pleit voor Sanering van AWBZ”, “Kamer vraagt om aanpak kostengroei AWBZ”, “Verhoging eigenbijdragen AWBZ”.

In 2007 besloot het kabinet om een deel van de zorgtaken van de AWBZ over te brengen naar de nieuwe Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO). De wet wordt vanuit de gemeenten geregeld waardoor deze minder zou kosten. Helaas was er veel onduidelijkheid

Conny en Will. Foto: Conny Kooijman

Ook Conny en Wil, die inmiddels samenwoonden, kregen hiermee te maken. Omdat het voor Wil niet meer mogelijk was om in de douchecabine te stappen, wilde zij een gelijkvloerse douche laten installeren. Hiervoor klopte ze aan bij de gemeente om via de WMO een vergoeding te krijgen. Daar werd hen verteld dat de gemeente de nieuwe douche helemaal zou vergoeden. Maar nadat deze geplaatst was, kregen ze na 9 maanden te horen dat het geld vanuit de WMO alleen voorgeschoten zou worden. Hieruit blijkt dat de gemeente ook niet goed wist hoe het precies zat met die regels. Conny en Wil verdienden blijkbaar teveel voor een vergoeding. Zoals Conny zelf zei: “Als we dit eerder hadden geweten, hadden we beter afgedongen. En voor de helft van de prijs een ander bedrijf ingeschakeld”

De verandering van de AWBZ. Afbeelding: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Ondanks deze onduidelijkheid besloot het kabinet de opheffing van de AWBZ door te voeren. Op 1 januari 2015 is de wet officieel overgegaan in de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Jeugdwet en een uitgebreide versie van de Wmo. Maar of deze overheveling nu echt zo geslaagd is valt te bezien. Doordat grote delen van de zorg nu per gemeente zijn geregeld is er een grote versplintering ontstaan. Conny kent bijvoorbeeld verschillende mensen die elk jaar opnieuw een aanvraag moeten doen voor de zorg die zij nodig hebben. Ook kent zij verhalen van mensen die naar een andere gemeente verhuisden en daar alle voorzieningen opnieuw moesten aanvragen, omdat zij de voorzieningen uit hun oude gemeente niet mee mochten nemen. Dit kost heel veel tijd en geld voor zowel mensen met een beperking als voor de gemeente. Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon heel vervelend en irritant om elke keer weer het hele aanvraagproces door te moeten. Ook vergoed niet elke gemeente hetzelfde. Zo zijn er voorbeelden bekend dat in sommige gemeenten wel een automatische deur wordt geplaatst en in andere gemeenten niet. Of dat sommige gemeenten wel bezorgdiensten voor eten vergoeden terwijl mensen in andere gemeenten het zelf moeten betalen.

Met dank aan:
Conny Kooijman
Wil Hooijmans

Geschreven door:
Ruud Westerink en Suzanne Sijben