Net naast het centrum van Nijmegen staat BliXem, een bedrijf waar mensen met een beperking werken. Gewoonlijk zou het in het restaurant, de winkel en bij de catering heel druk zijn. Door Corona is het rustiger, maar gelukkig kan er wel het één en ander blijven doorgaan. Het bedrijf, dat in 1997 geopend is, heeft al wel meer tegenslagen doorstaan. Wat is de geschiedenis van BliXem, hoe zag het er door de jaren uit, en hoe ervaren medewerkers het om hier te werken?
Het begon allemaal in 1994, toen een aantal personen het plan maakten om een eethuis op te richten waar mensen met een beperking konden werken. Dit waren bestuurders van de Groesbeekse Tehuizen en Werkenrode. De eerste plek was, en is nog steeds, een plek waar mensen met een verstandelijke beperking kunnen wonen. De tweede plek was een plek voor mensen met een lichamelijke beperking. Tegenwoordig is het een grote instelling, een leefgroep, waar zowel mensen met een verstandelijke als lichamelijke beperking kunnen wonen en werken.
Mensen zeiden toen namelijk: iemand met een lichamelijke beperking kan toch niet samenwerken met iemand met een geestelijke beperking?
Het plan van BliXem was uniek, dacht men, vooral omdat mensen met beide soorten beperkingen (lichamelijk en verstandelijk) samen konden werken op één plek. Mireille Remijnse-Kooke, de huidige bedrijfsleidster van BliXem, zegt hierover: ‘Het was al revolutionair dat deze twee groepen samen gezet werden. Mensen zeiden toen namelijk: iemand met een lichamelijke beperking kan toch niet samenwerken met iemand met een geestelijke beperking?’ Maar de commissie die erover ging vond het nog niet revolutionair genoeg. Het plan moest innovatiever.
De oprichting
Wat moest er dan innovatiever? Er was meer nodig. Na maanden vergaderen kwamen er twee nieuwe ideeën op tafel te liggen. Ten eerste moest BliXem ‘financieel onafhankelijk’ worden, zelf winst kunnen maken. Ten tweede moest het bedrijf gericht gaan worden op ‘integratie’. Mensen die er werkten moesten voorbereid gaan worden op een reguliere baan. Dat was nieuw. Het werd uiteindelijk samengevat in de slogan: ‘eerst de zaak, dan de zorg.’ Dat motto geldt nog steeds.
Het was inmiddels 1996. Het plan sloeg aan. Subsidies werden toegekend en er kon een bedrijfsplan geschreven gaan worden. Maar bestuurders zijn andere mensen dan ondernemers. Er moest iemand gevonden gaan worden die leiding kon gaan geven aan het project. Die horecaondernemer werd uiteindelijk gevonden in de persoon van Lex Diekstra. Hoe in die tijd horeca en mensen met een beperking volledig los gezien werden wordt duidelijk uit Diekstra’s woorden.
Ik maakte voor het eerst kennis met mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. Tot dan toe wist ik natuurlijk wel dat zij bestonden, maar je legt het verband met werken niet. Je bent je er niet bewust van dat ze bestaan, als je personeel zoekt, daarvoor zitten ze te goed opgeborgen in zorginstellingen of andere inrichtingen.
Natuurlijk is de organisatie in deze vroege periode meer chaos dan wijsheid. Zo werd er een pand aangekocht, maar kan er daarvoor in eerste instantie geen lening afgesloten worden. Banken vonden het ‘zorgondernemen’ te risicovol. Uiteindelijk werden er leningen afgesloten bij beide zorginstellingen, de Groesbeekse Tehuizen en Werkenrode. Daarnaast werden er 24 mensen met een beperking (medewerkers) en 4 begeleiders in dienst genomen. Maar er moest natuurlijk geoefend gaan worden, vrijwel niemand had horeca-ervaring. En de opening was al met 3 maanden.
Maar tegen alle verwachtingen in vatten veel medewerkers het werk heel professioneel op. Door samenwerken werden ze beter en werden ze bewust dat ze een verantwoordelijkheid hadden. En dat was misschien wel uniek voor BliXem toentertijd, dat er gefocust werd op wat medewerkers wel konden, maar dat ze vervolgens ook aangesproken werden op hun verantwoordelijkheid als ze niet goed deden wat ze wel goed konden. Er moest immers een winstgevend bedrijf gecreëerd worden, en iedereen was ervan overtuigd dat het mogelijk was. En zo opende BliXem uiteindelijk haar deuren in 1997.
Op de werkvloer
Nijmegenaren wisten het restaurant en winkel vlak bij het Keizer Karelplein inmiddels goed te vinden. Extra tafeltjes moesten ingekocht worden om alle gasten van plek te voorzien. Na twee jaar begon BliXem meer in te zetten op ‘arbeidsintegratie’, het door laten stromen van mensen naar een reguliere baan. Er werd immers voor het eerst winst gemaakt. Maar wat was de mening van de medewerkers? Wat vonden zij van deze re-integratie? Als je het in 2020 vraagt aan medewerkers blijkt het zoals vaak niet eenduidig. Eén van de drie personen waarmee voor dit verhaal gesproken werd zegt bijvoorbeeld graag door te willen stromen naar een reguliere baan. De twee anderen vinden het eigenlijk wel prima zo bij BliXem. Dat zal waarschijnlijk twintig jaar geleden niet anders geweest zijn.
Je moet je als medewerker in de eerste plaats verantwoordelijk voelen voor de gast.
Maar duidelijkheid is belangrijk, zowel voor begeleiders als medewerkers. Daarom begon BliXem in deze periode steeds meer te focussen op ‘leerwerktrajecten’. Dit zijn trajecten waarin medewerkers van BliXem opgeleid worden voor een specifiek vak of ambacht. Eén van de medewerkers, Ruben, zei bijvoorbeeld dat hij al een tijdlang in een leerwerktraject zat voor een reguliere arbeidsplek als kok. Toen hij vorig jaar de overstap wilde maken en uit wilde stromen bij BliXem bleek dat een reguliere baan als kok toch anders was dan hij van tevoren had verwacht. Dit zorgde ervoor dat hij weer terugstroomde richting BliXem, waarvandaan hij nu weer aan het rondkijken is. Ondanks dat het dus niet altijd goed gaat worden de leerwerktrajecten wel als prettig ervaren. Er is tenminste een duidelijk doel.
De succesformule werkt
Dankzij hun duidelijk bedrijfsplan, heldere motto en bovendien enthousiast personeel lukt het BliXem om in de jaren erop snel te groeien. 'Iedereen wordt gezien als een mooi mens', verklaard Mireille. Dit zorgt ervoor dat waar in 2004 bijvoorbeeld nog 25 medewerkers rondliepen bij BliXem, dat er rond 2010 al 45 waren en in 2020 zelfs 75. Deze groei is ook te verklaren doordat BliXem er rond 2010 ook een nieuwe soort bedrijfstak bij kreeg: catering. Het pand tegenover het restaurant kon aangekocht worden en er kon meer gefocust gaan worden op de bezorging bij mensen thuis en bij bedrijven.
Maar er verandert meer. Zo beseft de leiding van BliXem zich ook steeds meer dat ‘beperkt zijn’ veel meer in kan houden dan tot daarvoor gedacht. De term ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ gaat steeds meer gebruikt worden. Dit leidt ertoe dat er in de afgelopen jaren bijvoorbeeld ook mensen aangenomen zijn met bijvoorbeeld een migratieachtergrond. Mireille Remijnse-Kooke: ‘Want vluchtelingen hebben ook een beperking, een beperking op hun taal.’
Wat de ene medewerker soms niet goed kan, kan de ander juist wel weer goed, en zo zijn mensen constant van elkaar aan het leren.
Ook is er veel veranderd aan de structuur van het bedrijf (hoe bijvoorbeeld geldstromen lopen) en is BliXem nu al een aantal jaren volledig onderdeel van de stichting Pluryn. Pluryn is een landelijke organisatie met als doel mensen te ondersteunen bij het creëren van een zo volwaardig mogelijke plek in de samenleving. Dit heeft aan de ene kant gezorgd voor het veel efficiënter laten verlopen van bedrijfsprocessen, maar zorgt er ook voor dat BliXem als organisatie zelf minder kan bepalen. Op die manier zorgt het er voor dat de focus soms weer meer komt te liggen op zorg dan op commercie, omdat Pluryn daar veel meer op ingesteld is. Het is nu wel duidelijk: het blijft een moeilijke balans.
De stem van medewerkers
Dit soort zaken achter de schermen zijn dan wel belangrijk voor het bedrijf, maar het is niet iets waar medewerkers zich dagelijks mee bezig houden. Zij hebben op het moment wel een grotere zorg, net als veel andere Nederlanders: Corona. Tijdens de gesprekken die voor dit verhaal gevoerd werden liep er ongeveer 10 man rond in de zaak, minder dan een tiende van het huidige personeel van het bedrijf. Mandy stond achter de kassa in de winkel, Ruben was bezig maaltijddozen in te pakken voor de bezorging bij mensen thuis en Steven was theedoeken aan het vouwen, voor als ze ooit weer gebruikt mogen gaan worden.
De ruimte die normaal diende als winkel stond bovendien nogal op zijn kop. Naast de maaltijddozen die uitgestald stonden was men namelijk ook druk bezig met klussen. Deuren verven, vloeren opnieuw leggen en plafondplaten vervangen, het zijn zaken waar normaal gesproken geen tijd voor is maar waar nu de mogelijkheid toe was. Midden in deze setting stond één tafel, waar de medewerkers aan plaats namen om één voor één wat vragen te beantwoorden. Met een kop koffie en thee, midden tussen de dozen en theedoeken, begonnen zij te vertellen over hoe ze het werken bij BliXem op het moment ervoeren.
Ik zou eigenlijk wel wat meer willen doen in het contact met mensen. Mensen willen gaan helpen. Daar zou ik dit jaar (2020) voor gaan kijken, maar ja, toen kwam Corona. Ruben - medewerker.
Op de vraag of ze het werk bij BliXem leuk vinden zeggen ze alle drie volmondig ja. De sfeer is duidelijk goed bij het bedrijf. Wel zou Ruben graag verder willen, maar vindt hij het lastig dat hij door Corona nu even nergens mee kan lopen om zich verder te oriënteren. Steven, een man met Downsyndroom, werkt er al het langst. Sinds 2004 draait hij al mee bij BliXem, in allerlei soorten functies. Hij heeft niet echt een leerwerktraject, maar vindt dat wel prima. ‘Ik blijf liever hier, je voelt je er echt thuis’. Op donderdag staat hij bij de afwas, op vrijdag in de bediening. Allebei vindt hij heel leuk werk. Bovendien werkt hij ook nog bij de Jumbo. Op de vraag wat mensen moeten weten over BliXem heeft hij ook een duidelijk antwoord: dat het een leuk team is en dat ze lekkere broodjes verkopen. Mandy werkt er ook al lang, sinds 2006. Zij vindt het werk bij BliXem ook heel leuk en vindt het vooral leuk dat er zoveel dingen te leren zijn. Nu is ze bijvoorbeeld allerlei vaardigheden voor de bar aan het leren, zoals goed tappen en wijn inschenken.
Het leukste is juist dat je van alles doet, dat je niet op één plek staat. Mandy - medewerker.
Over Corona zijn ze alle drie minder te spreken. Ruben ziet het als een beperking om verder rond te kunnen kijken naar een reguliere arbeidsplaats. Mandy vindt het vooral jammer dat het veel rustiger geworden is, maar ziet het wel als een goede mogelijkheid om de zaak te renoveren en het één en ander te klussen. Steven hoopt dat zijn taxi blijft rijden om hem elke dag vanuit Druten naar Nijmegen te brengen. Dat is toch wel erg ver met de fiets.
Drie medewerkers met een eigen verhaal. Maar dat is natuurlijk maar een klein deel van de 75 medewerkers die er op het moment in totaal werken. De meeste zitten thuis. Sommigen kunnen nog af en toe naar de zaak komen. Laten we hopen dat het team weer snel op volle kracht kan draaien en het restaurant weer eens een keer afgeladen vol zit. Door het duidelijke plan en enthousiasme van het personeel hebben bij BliXem steeds meer mensen met een beperking een mogelijkheid gekregen om zichzelf te ontwikkelen gedurende de afgelopen jaren. Hopelijk kan deze trend zich na Corona snel weer doorzetten.
Bijschrift omslagfoto: De keuken van BliXem. Credits: Pluryn.nl.
Met dank aan:
Mireille-Remijnse Kooke, Ruben, Mandy en Steven
Geschreven door:
Patrieck de Haan en Robin Kissels